Snæfellsjökull

Snæfellsnes

Image by Vladimír Ješko from Pixabay

Het schiereiland Snæfellsnes in West-IJsland behoort tot de mooiste delen van IJsland. De streek is dunbevolkt en dan met name de zuidkust die nauwelijks beschutting biedt tegen de regelmatig zeer woeste Atlantische Oceaan.

Langs de noordkust van Snæfellsnes liggen in de beschutting van de bergen een aantal stadjes. Van west naar oost zijn dat Ólafsvík (1000 inwoners), Grundarfjörður (850 inwoners) en Stykkishólmur (1100 inwoners).

De al 1000 jaar slapende vulkaan Snæfell (1446 meter) domineert het schiereiland; Jules Verne zag in deze machtige vulkaan de toegang naar het centrum van de aarde in zijn roman ‘Voyage au centre de la terre’ uit het jaar 1864. In 1997 is er rondom de Snæfell het nationaal park Snæfellsjökull ingericht waardoor dit deel van IJsland goed beschermd is.

Ólafsvík, Grundarfjörður en Stykkishólmur

De kleine vissershaven Ólafsvík is een prima startpunt voor het spotten van bultruggen en er zijn dan ook verschillende walvissafari’s te maken.

De groeiende gemeenschap Grundarfjörður werd in het verleden door veel Franse vissers bezocht. Er werd veel kabeljauw gevangen, hier gezouten tot bacalao en vervolgens naar Europa vervoerd. Nog steeds heeft het stadje een innige band met Frankrijk.

Stykkishólmur is het oudste en tevens grootste van deze drie stadjes. De eerste activiteiten ontstonden hier meer dan 400 jaar geleden. Vanuit Stykkishólmur vertrekt de veerboot naar het midden in de Breiðafjörður gelegen eilandje Flatey en verder naar de Westfjorden (Brjánslækur). Deze vaartocht is zeer de moeite waard omdat je vele eilandjes in de Breiðafjörður passeert. Veel vogelliefhebbers gaan naar Flatey omdat hier als enige plek in IJsland de rosse franjepoot broedt.